1. Draadverbruik:
1.1. Bij de installatie moet u eerst het wegversperringsframe voorverankeren op de te installeren positie. Zorg ervoor dat het voorverankerde wegversperringsframe waterpas staat met de grond (de hoogte van de wegversperring is 780 mm). De aanbevolen afstand tussen de wegversperringsmachine en de wegversperringsmachine bedraagt maximaal 1,5 m.
1.2. Bepaal bij het bedraden eerst de positie van het hydraulische station en de bedieningskast en plaats elke 1×2cm (olieleiding) tussen het ingebedde hoofdframe en het hydraulische station; het hydraulische station en de bedieningskast hebben twee sets leidingen, waarvan één 2×0,6㎡ is (signaalbesturingsleiding), de tweede 3×2㎡ is (380V-besturingsleiding) en de besturingsingangsspanning 380V/220V is.
2. Bedradingsschema:
Schematisch diagram van de Chinese intelligente constructie:
1. Fundering graven:
Er wordt een vierkante groef (lengte 3500 mm * breedte 1400 mm * diepte 1000 mm) uitgegraven bij de door de gebruiker aangegeven voertuigingang en -uitgang, waarin het hoofdframedeel van de wegversperring wordt geplaatst (ter grootte van de 3 meter lange installatiegroef van de wegversperringsmachine).
2. Afvoersysteem:
Vul de bodem van de groef met beton met een hoogte van 220 mm en vereist een hoge mate van nauwkeurigheid (de onderkant van het frame van de wegversperringsmachine kan volledig contact maken met het oppervlak van het onderliggende beton, zodat het hele frame de kracht kan dragen), en in het midden van het onderste deel van de groef Laat op de plaats een kleine drainagegreppel (breedte 200 mm * diepte 100 mm) achter voor drainage
3. Drainagemethode:
A. Bij handmatige drainage of elektrische pompmodus is het noodzakelijk om een klein bassin te graven in de buurt van de kolom en dit regelmatig handmatig en elektrisch leeg te laten lopen.
B. Er wordt gebruik gemaakt van een natuurlijke afwateringswijze, waarbij het water rechtstreeks op het riool is aangesloten.
4. Constructiediagram:
Chinese intelligente installatie en debuggen:
1. Installatielocatie:
Het hoofdframe wordt geïnstalleerd bij de door de gebruiker aangewezen in- en uitgang van het voertuig. Afhankelijk van de werkelijke situatie ter plaatse moet het hydraulische station op een geschikte locatie worden geïnstalleerd voor eenvoudige bediening en onderhoud, zo dicht mogelijk bij het frame (zowel binnen als buiten tijdens gebruik). De bedieningskast wordt op een plaats geplaatst waar deze eenvoudig te bedienen en te bedienen is, geheel naar wens van de klant (naast de bedieningsconsole).
2. Pijpleidingaansluiting:
2.1. Het hydraulische station is bij het verlaten van de fabriek voorzien van leidingen binnen een straal van 5 meter. Het overtollige deel wordt apart in rekening gebracht. Nadat de installatiepositie van het frame en het hydraulische station is bepaald, dient bij het uitgraven van de fundering rekening te worden gehouden met de lay-out en plaatsing van de hydraulische leidingen, rekening houdend met de terreingesteldheid van de installatielocatie. De richting van de sleuf voor de weg en de controleleiding moet veilig worden ingegraven, op voorwaarde dat de pijpleiding geen schade toebrengt aan andere ondergrondse voorzieningen. Markeer de juiste positie om schade aan de pijpleiding en onnodige verliezen tijdens andere bouwwerkzaamheden te voorkomen.
2.2. De grootte van de ingegraven sleuf voor de pijpleiding moet worden bepaald op basis van het specifieke terrein. Onder normale omstandigheden bedraagt de ingegraven diepte van de hydraulische pijpleiding 10-30 cm en de breedte ongeveer 15 cm. De ingegraven diepte van de controleleiding bedraagt 5-15 cm en de breedte ongeveer 5 cm.
2.3. Let bij het installeren van de hydraulische leiding op of de O-ring bij de verbinding beschadigd is en of de O-ring correct is gemonteerd.
2.4. Wanneer de stuurleiding is geïnstalleerd, moet deze worden beschermd door een schroefdraadbuis (PVC-buis).
3. De volledige machinetest:
Nadat de aansluiting van de hydraulische leiding, sensor en besturingsleiding is voltooid, moet deze opnieuw worden gecontroleerd. De volgende werkzaamheden kunnen pas worden uitgevoerd nadat is bevestigd dat er geen fouten zijn:
3.1. Sluit de 380V driefasenvoeding aan.
3.2. Laat de motor stationair draaien en controleer of de draairichting van de motor correct is. Als dit niet het geval is, vervang dan de driefasen-aansluitlijn en ga naar de volgende stap zodra de motor weer normaal draait.
3.3. Voeg hydraulische olie toe en controleer of het oliepeil dat door de oliepeilmeter wordt aangegeven, boven het midden ligt.
3.4. Start de bedieningsknop om de schakelaar van de wegversperring te debuggen. Houd bij het debuggen rekening met een langere schakeltijd en controleer of het openen en sluiten van de beweegbare klep van de wegversperring normaal verloopt. Controleer na een aantal keren of de oliepeilindicator op de hydraulische olietank zich in het midden van de oliepeilmeter bevindt. Als er onvoldoende olie is, vul dan zo snel mogelijk olie bij.
3.5. Let bij het debuggen van het hydraulisch systeem op de oliedrukmeter tijdens de testrit.
4. Versterking van wegversperringsmachines:
4.1. Nadat de wegversperringsmachine normaal heeft gewerkt, wordt er een tweede keer cement en beton rond het hoofdframe gestort om de wegversperringsmachine te versterken.
Geplaatst op: 11-02-2022